VERKLARENDE WOORDENLIJST |
||
Om de lezer te helpen, worden de woorden die in deze tekst worden gebruikt, in deze woordenlijst gedefinieerd. Woorden hebben vaak meerdere betekenissen. De definities in deze verklarende woordenlijst, geven alleen de betekenis die in deze tekst wordt gebruikt. Deze woordenlijst is niet bedoeld om de plaats in te nemen van een standaard Nederlands woordenboek dat, voor elk woord dat hieronder niet wordt vermeld, zou moeten worden geraadpleegd. Om weer terug te keren naar de oorspronkelijke tekst kunt u via de hompage (knop hiernaast), terug naar het hoofdstuk dat u aan het lezen was.
|
HOME | |
Bèria,
Lavreti Pavlovitsj. 1899–1953.
Sovjetrussisch staatsman, bekleedde sinds 1921 belangrijke posten in de
veiligheidsdienst. In 1938 werd hij hoofd van het Volkscommissariaat van
Binnenlandse Zaken (NKVD) en na 1946 tevens lid van het Presidium van de
Opperste Sovjet. Kort na de dood van Stalin werd hij terechtgesteld
wegens machtsmisbruik. Communisme.
Systeem binnen een maatschappij waarbij goederen, fabrieken enz. van
iedereen zijn en niet van een paar mensen. Eddy, Mary
Bakker. Stichtster van de Christian Science beweging (New Hampshire,
1821 Massachusetts, 1910) na haar wonderbaarlijke genezing in 1866 werd
zij een vurig propagandiste van haar eigen leer. In 1879 stichtte zij de
kerk van Christian Science in
Boston. Freud,
Sigmund. Oostenrijks neuroloog en psychiater, Freiberg, Moravië
06-05-1856 - Londen 23-09-1939. Hij studeerde geneeskunde te Wenen en
wordt gezien als een van de grondleggers van de psychoanalyse. Geconditioneerde
reactie. Leren om automatisch op iets te reageren. Geopolitiek. leer van de invloed van de aardrijkskundige gesteldheid van een land op de politiek ervan. Hypnose. Het
aanbrengen van de persoonlijkheid en de verlangens van de hypnotiseur (bij
de gehypnotiseerde persoon) op een dusdanig niveau dat de persoon
hierover geen keuzevrijheid heeft. L.
Ron Hubbard. Individualisme.
Levenshouding waarbij je je zelfstandigheid als individu het
belangrijkst vindt. Indoctrineren.
Iemand net zolang en net zo vaak bepaalde ideeën voorhouden
totdat hij of zij ze aanneemt zonder er verder over na te denken. James, William.
Amerikaans filosoof en psycholoog (New York, 1842
New Hampshire, 1910); James was één van de grondleggers van het
pragmatisme (handelend optreden uitgaande van feiten en de mogelijkheden
die er zijn). Kapitalisme.
Systeem in een maatschappij waarbij fabrieken en bedrijven eigendom
zijn van particulieren, en niet van de staat. Lamarck,
Jean Babtiste de Monet. Frans
natuuronderzoeker, Picardië 1744 -Parijs, 1809, Eén van de eerste
evolutionisten en grondlegger van de vooronderstelling dat de
evolutie van de levende natuur tot stand gekomen is door gerichte
aanpassing van individuen aan hun omgevingen en door het erfelijk zijn
van die verworven eigenschappen. Leukotomie.
Een latere vorm van lobotomie waarbij een dun mes (ijspriem) direct
boven het oog, zeven centimeter diep in de schedel gebracht werd en het
werd rond gedraaid. Op deze manier hoopte men de patiënt te genezen van
zijn geestesziekte. Lobotomie.
Operatie waarbij de verbinding van het voorhoofdsgedeelte van de
hersenen en de rest van de hersenen en het zenuwstelsel door een
insnijding bijna geheel wordt verbroken. De chirurg boorde twee of meer
gaten in de schedel van de plaatselijk verdoofde patiënt, bracht een
instrument naar binnen in de hersenen dat lijkt op een soort botermesje. Mescaline.
Een
uit het sap van de peyote bereide drank, gebruikt in de
geneeskunde en ook als een hallucinaties verwekkende drank. Neurose.
In de psychoanalyse
een term voor geestesstoornissen met als voor-naamste symptomen angst of
afweermechanismen tegen angst (volgens het woordenboek van de
psychiatrie). Pavlov, Ivan Petrovicj. Russisch fysioloog en arts (Rjazan 1849 – Leningrad 1936); in 1879 werd hij arts aan de militaire academie in St. Petersburg. Hij was een Russische leerling van Wundt en één van de belangrijkste grondleggers van de gedragscontrole. In Rusland verleende hij zijn diensten aan dictator Stalin. Hij deed experimenten om te ontdekken hoe de mens in bedwang gehouden kon worden zodat hij de staat beter zou dienen. |
Peyote. Hallucinerend middel afkomstig van een kleine bolvormige cactus. Het gebruik van peyote heeft sterk hallucinogene effecten, vooral gezichtsstoornissen, misselijkheid, anorexie en slapeloosheid. De werking is te vergelijke met die van hasjiesj; er treedt echter geen verslaving op. De psychische uitwerking veroorzaakt een toestand van schizofrenie. post
hypnotische suggestie. Dit
houdt in dat een gehypnotiseerd persoon opdracht krijgt een bepaalde
taak te verrichten op een bepaalde tijd of bij ontvangst van een bepaald
teken, nadat hij uit zijn trance is ontwaakt. Ook
delen van het zenuwstelsel worden door hypnotische suggestie beïnvloed.
Men vertelt de proefpersoon dat hij met een roodgloeiend ijzer
aangeraakt zal worden. Wanneer een koud stuk ijzer tegen zijn huid wordt
gehouden, schreeuwt hij het uit van pijn en zal zich op die plaats een
blaar vormen. Als hij daarentegen met een roodgloeiend stuk ijzer wordt
aangeraakt, maar hem verteld wordt dat het koud is, dan voelt hij geen
pijn en vormt zich ook geen blaar. Psychiatrie.
Een specialisatie
binnen de geneeskunde gericht op preventie, diagnose, behandeling en
onderzoek van mentale stoornissen. De psychiatrie heeft traditioneel het
standpunt ingenomen dat stoornissen in emoties en gedrag medische
problemen zijn en personen met dergelijke stoornissen als
“geestesziek” bestempeld. psychoanalyse.
Een methode om ziekten
van de geest te genezen door patiënten te leren hun gedachten en
gevoelens te begrijpen, zodat ze er beter mee om kunnen gaan. Psychochirurgie.
Een
behandeling waarmee door middel van een chirurgische ingreep in de
hersenen afwijkend, storend, meestal dwangmatig gedrag kan worden
gestopt. Psycho-chirurgie bestaat onder andere uit het
verwijderen van stukken van de hersenen van het individu of het aan
stukken snijden van hersengedeeltes, het implanteren van elektroden of
het verbranden van een gedeelte van de hersenen. Critici
spreken van 50.000 van dit soort operaties in het midden van de jaren
vijftig. Psychologie. Het
woord ‘psychologie’ stamt af van twee woorden: van “psyche”, wat
ziel, levensadem, leven, geest, betekent en “logos”, wat staat voor
“studie”. De psychologie probeert te verklaren waarom mensen iets
doen, denken of voelen. Psychopolitiek
De kunst en wetenschap van het tot stand brengen en het in stand houden
van de heerschappij over gedachten en loyaliteiten van individuen,
ambtenaren, instanties en de massa en het teweegbrengen van de
verovering van vijandige naties door middel van “geestelijke
gezondheidszorg”. Scientology. een toegepaste religieuze filosofie die zich bezig houdt met de studie van kennis en die door de toepassing van haar technologie wenselijke veranderingen teweeg kan brengen in de omstandigheden van het leven. Schizofrenie. Psychische stoornis met als belangrijkste kenmerken: denkstoornissen, allerlei soorten wanen met bizarre inhoud, hallucinaties en een vaak ontbrekend ziektebesef (volgens het woordenboek van de psychiatrie). Dr. Thomaz szasz, emeritus professor in de psychiatrie, zei over schizofrenie het volgende; "Schizofrenie is zo vaag gedefinieerd dat het feitelijk een term is die wordt toegepast op vrijwel elk soort gedrag waar de spreker het niet mee eens is". Wundt,
Wilhelm. Psychologie was in oorsprong
een religieuze studie. Het nam echter een andere houding aan in 1879,
toen psycholoog Wilhelm Wundt, van de Universiteit van Leipzig in
Duitsland, zijn
“experimentele” psychologie onthulde aan zijn studenten. Hij verklaarde
dat er geen ziel bestond en dat
de ziel “een verspilling van energie” was en dat de mens
eenvoudigweg een hoger diersoort was welke gecontroleerd kon
worden door het gebruik van “wetenschap”. Zelfdeterminisme Die staat van zijn waarin iemand naar eigen keuze al dan niet door zijn omgeving kan worden gecontroleerd. In die staat heeft het individu zelfvertrouwen in zijn controle over het materiële universum en andere mensen. |